Dubbeldekker
De kinderen oefenen in groep de brug tot 20. Een kind is de spelleider en zal de opdrachtkaart voorlezen en uitrekenen op papier. De andere kinderen telkens het gebruikend materiaal bewegend naar hun 'dubbeldekker'. Samen bekijken ze hun concrete antwoord en rekenen ze hun opdracht uit op de opdrachtkaart.