Kattenwoorden en berenwoorden
De leerlingen oefenen de afspraken rond het schrijven van kattenwoorden en berenwoorden (verdubbelen van enkel schrijven van de medeklinker). Ze nemen een opdrachtkaart en denken na welke kant ze moeten kiezen. Ze schrijven het woord neer aan de juiste kant en controleren dit via de verbetersleutel. Om te eindigen springen ze met 1 (enkel) of 2 (verdubbelen) benen in een hoepelrij om terug te keren naar het begin. Wie schrijft het meest woorden aan de juiste kant?