1. Alarmerende cijfers

 

Uit de cijfers komt naar voor dat er weinig kinderen en jongeren voldoende bewegen  bewegen en dat er veel en lang wordt gezeten. Hoeveel zitten ze of bewegen ze, hangt af van onderzoek tot onderzoek. De conclusie is echter iedere keer dezelfde.

Stil zitten:

Uitgebreide tests bij kinderen en jongeren in Vlaanderen met een accelerometer, een toestel waarmee je beweging meet, brachten deze markante cijfers aan het licht:

  • 6- tot 12-jarigen zitten gemiddeld zo’n 7 uur per dag. Dat is maar liefst de helft van de tijd dat ze wakker zijn.
  • Bij de 12- tot 18-jarigen ligt dat cijfer nog hoger. Zij brengen zo’n 8 uur per dag zittend door.

De verklaring voor dat lange stilzitten? Deels het schoolleven. Brengen Vlaamse kinderen in de lagere school 39 procent van hun tijd door op hun stoel, dan wordt dat in de middelbare school 51 procent.

 

Bewegen:

De grote meerderheid van onze kleuters beweegt dagelijks 3 uur licht , matig  of hoog  intensief. Het gaat meestal wel om licht intensieve beweging.

Kinderen en jongeren (6 t.e.m. 17 jaar):

  Studie met bewegingsmeters:

  • 6-9 jaar: 6,5 % beweegt elke dag 60 min. matig tot zeer intensief (VCP)
  • 10-17 jaar: 2,4% beweegt elke dag 60 min. matig tot zeer intensief (VCP)

 

2. De Vlaamse gezondheidsaanbevelingen en de bewegingsdriehoek

 

Regelmatige fysieke activiteit maakt dus deel uit van een gezonde levensstijl. Voor jongeren tussen 12 en 18 jaar wordt dan ook aanbevolen om minstens 60 minuten per dag aan matige tot hoge intensiteit te bewegen. Dat betekent niet noodzakelijk intensief sporten, maar wel inspanningen leveren waarvan het hart iets sneller slaat, de ademhaling versnelt en waarbij je licht zweet. Die beweegnorm haalt de overgrote meerderheid – maar liefst 87% – van de Vlaamse jeugd niet  .

 

Naast voldoende bewegen is ook het beperken van lang stilzitten belangrijk voor onze gezondheid. Lang stilzitten of ‘sedentair gedrag’ omvat alle activiteiten met een laag energieverbruik die uitgevoerd worden in zittende of liggende houding, bijvoorbeeld tv-kijken, computeren, lezen, op school, op het werk of in de auto zitten ... De slaaptijd valt niet onder sedentair gedrag.

Lang stilzitten is iets anders dan fysieke inactiviteit of het niet behalen van de beweegnorm. Iemand die elke dag 60 minuten matig intensief beweegt, maar de rest van de dag voornamelijk zittend doorbrengt, heeft toch een sedentaire levensstijl. Daarvan kan hij klachten ondervinden, bv. zich mentaal minder goed voelen, minder goede schoolresultaten, een hogere bloeddruk, overgewicht, minder sterke spieren en gewrichten, slaapproblemen …

Voor kinderen en jongeren wordt daarom aanbevolen om langdurige periodes van sedentair gedrag te beperken. Beeldschermactiviteiten (tv kijken, computeren …) worden in de vrije tijd het best beperkt tot maximaal twee uur per dag. Maar: gemiddeld zitten Vlaamse jongeren 6 tot 9,5 uur per dag neer, slaapuren niet inbegrepen. De jongeren zitten 51% van de schooluren en daarbij komt nog schermtijd, huiswerk, gemotoriseerd transport, zitten tijdens maaltijden, vrijetijdsbestedingen, huishoudelijke taken … Lang stilzitten wordt dé uitdaging van de 21e eeuw genoemd.

 

3. De vele voordelen van bewegen

Wie beweegt, die wint. Kinderen en jongeren zeker, want zij zijn in volle groei. Zo is er bewijs dat bewegen leidt tot een gezond gewicht, minder kans op depressie en betere schoolresultaten! En het verhoogt de aandacht bij leerlingen (met ADHD).

4. Bewegen op school heeft geen negatief effect op de schoolprestaties

Het effect van fysieke activiteit in de schoolsetting op de schoolprestaties is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Uit de verschillende overzichtsstudies tot nu blijken de effecten van meer bewegen gedurende de schooldag op cognitieve- en leerprestaties relatief klein of soms zelf afwezig (Singh et al., 2019; Vetter, Orr, O’Dwyer, & O’Connor,  2020; Wassenaar et al., 2020).  Zo concluderen zowel Singh et al. (2019) als Wassenaar et al. (2020) in een overzichtsartikel dat er onvoldoende bewijs is voor een positief effect van extra bewegen door aanpassingen aan het curriculum op cognitieve en leerprestaties in het algemeen. Wel blijkt uit het overzichtsartikel van Singh en collega’s (2019) dat extra bewegen specifiek de rekenprestaties kan verhogen. Bij het nader bekijken van deze studies blijkt dat deze zich kenmerken door een relatief lange duur en hoge intensiteit: het beweegprogramma duurde minimaal 2 jaar en bestond uit minimaal drie sessies per week, waarbij tussen de 30 en 90 minuten per dag werd bewogen. Voor andere vakken, zoals taal en spelling, is tot nu toe geen overtuigend bewijs gevonden. Belangrijk: meerdere overzichtsstudies bevestigen dat meer bewegen onder schooltijd niet ten koste gaat van cognitieve- en leerprestaties (Singh et al., 2019; Vetter, et al., 2020; Wassenaar et al., 2020).

Sport en bewegen hebben wel heel duidelijk positieve effecten op de hersenstructuur en executieve hersenfuncties, op motorische en beweegvaardigheden en op fitheid, die voor het leren allemaal van belang zijn.

5. Bewegen als motor om de hersenen te activeren 

Lichamelijke activiteit kan zowel onmiddellijke als langetermijnvoordelen hebben voor academische prestaties. Vrijwel onmiddellijk nadat ze aan lichaamsbeweging hebben gedaan, kunnen kinderen zich beter concentreren op taken in de klas, wat het leren kan bevorderen. Naarmate kinderen na verloop van tijd bezig zijn met lichamelijke activiteit die geschikt is voor hun ontwikkeling, kan hun verbeterde fysieke fitheid aanvullende positieve effecten hebben op de academische prestaties op het gebied van rekenen, lezen en schrijven. Recent bewijs toont aan hoe de effecten van fysieke activiteit op de hersenen tot deze positieve resultaten kunnen leiden.

6. Beweging geeft extra voordeel aan de cognitief minder sterke leerlingen

Actief leren kan ingezet worden als zorg. Uit onderzoek blijkt dat de hersenactiviteit bij de minder cognitief sterke leerlingen verhoogt bij beweging. Bij de sterk cognitieve leerlingen zien we een minder sterke verhoging. Dit wetenschappelijk bewijs wordt eveneens bevestigd in ons praktijkonderzoek. Meerder leerkrachten geven aan dat actieve werkvormen er voor zorgen dat minder cognitief sterke leerlingen de leerinhouden beter begrijpen. 

Max Scheerder Legt Het Uit

7. Belang van preventie en ergonomie: jong geleerd is oud gedaan!

PREVENTIE ALS INVESTERING

Onderzoek heeft al meermaals uitgewezen dat iedere euro geïnvesteerd in ziektepreventie zich dubbel (of afhankelijk van de studie: vierdubbel) terugverdient. Investeren in ziektepreventie en gezondheidspromotie bleek bovendien een van de belangrijkste aanbevelingen voor ons land na de gezondheidsanalyse van de WHO, waar ook heel wat Belgische experts en gezondheidsinstellingen zich achter scharen. Op dit moment gaat slechts 2 procent van het Belgische gezondheidsbudget van 44 miljard euro naar ziektepreventie, een percentage onder het Europese gemiddelde. Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel liet vorige week nog door Humo optekenen dat België geen gezondheidszorg, maar een ziekenzorg heeft. “Ik spreek nu tegen mijn eigen winkel, maar het is véél verstandiger om te voorkomen dat patiënten hier terechtkomen. 60 procent van alle opnames kun je vermijden, want die zijn een gevolg van roken, overgewicht, te weinig lichaamsbeweging, te veel alcohol, enzovoort. De helft van die 44 miljard euro wordt gespendeerd om 5 procent van de bevolking te genezen. Die groep moeten we aanpakken met slimme preventie.” (bron: ‘De Morgen’ 2/12/2020)

Door het toegenomen laptopgebruik in de secundaire scholen zal de aandacht voor ergonomie nog aan belang winnen en kan beweegvriendelijk lesgeven een oplossing hiervoor bieden. 

Druk Op Tussenwervelschijven

8. Een beweegbeleid binnen het gezondheidsbeleid 

Vanaf 1 september 2018 is het gezondheidsbeleid een essentieel onderdeel van het beleid op leerlingenbegeleiding en dus ook verplicht. Bewegen en minder lang stil zitten zijn één van de thema's.

Onderdelen Van Een Gezondheidsbeleid

9. Opgenomen als eindterm in de leerplannen

Eindtermen zijn minimumdoelen die noodzakelijk en bereikbaar zijn voor een bepaalde leerlingenpopulatie. Met minimumdoelen wordt bedoeld: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die bereikbaar en noodzakelijk geacht worden voor een bepaalde leerlingenpopulatie. Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om de eindtermen op populatieniveau bij de leerlingen te bereiken.

Aandacht voor ergonomie, minder lang stil zitten en meer bewegen is een doelstelling voor elke leerkracht.

10. Outdoor learning verhoogt welbevinden leraar

“De leerkrachten doen het heel graag. Ze zien het effect bij de kinderen en dat geeft hen veel voldoening. Ze enthousiasmeren elkaar ook. Ze gebruiken de schoolblogs om elkaar te inspireren, bijvoorbeeld door een klein verslagje van een activiteit te posten. Het gebeurt allemaal vrij informeel. Ze zien ook vaak wat een ander doet, want soms zijn ze met meerdere groepen tegelijk buiten. We maken immers geen afspraken rond wie wanneer naar buiten moet of mag.

Wat leerkrachten zelf aangeven, is dat hun omgang met de kinderen veranderd is. Ze gaan er vertrouwelijker mee om.

Ze voelen een grotere verbondenheid. Ook de leerkrachten die hier al vele jaren lesgeven, zijn tevreden met de omslag. Dat stelt gerust, want zij kunnen vergelijken met hoe het vroeger was. Er komen steeds meer scholen bij die dit doen, dus binnen enkele jaren kunnen we wellicht al diepgaandere ideeën uitwisselen.”

vital schools; beweegvriendelijk lesgeven; beweegvriendelijke school